Basisoptie 2B

Economie en organisatie

In de basisoptie verruimen de leerlingen hun beleving van de ‘economische en financiële competenties’ tot een bredere economische en maatschappelijke context.

De leersituatie van de basisvorming ‘Economische en financiële competenties’ komt erop neer dat de leerlingen het consumentengedrag vanuit hun individuele beleving bestuderen. Aan de hand van herkenbare situaties uit hun eigen vertrouwde leefwereld, worden ze er zich van bewust dat hun aankoopgedrag beïnvloed wordt door tal van factoren. Ze beseffen dat er voorzichtig dient te worden omgegaan met een budget … Daarnaast maken ze kennis met een aantal basisbegrippen en basisprincipes in verband met ondernemingen.

Daar komt in de basisoptie een economische en maatschappelijke verruiming van de beleving bij. De rode draad doorheen deze basisoptie is het verder verkennen van de volgende thema’s

  • consumenten: economisch principe, trends met betrekking tot aankoopgedrag en aankoopkanalen, courante betaalmiddelen, loonschema
  • ondernemingen en organisaties: bedrijfskolom, welvaart en welzijn, onthaal, verkoop, administratie, logistiek
  • ondernemerschap
  • ICT

In de huidige geglobaliseerde economie wordt vlot communiceren en samenwerken steeds belangrijker. Daarom komen verschillende aspecten van communicatieve en sociale vaardigheden aan bod, door gebruik te maken van een activerende didactiek.

Net zoals in de basisoptie ‘economie en organisatie’ in de A-stroom, verschuift de focus van de individuele beleving, die in de basisvorming centraal staat, naar een benadering vanuit een ruimere en bredere context. In tegenstelling tot de A-stroom, ligt de nadruk in de B-stroom op de concrete taken en opdrachten binnen ‘ondernemingen en organisaties’.